24 Uurs Zeilrace 2019: Mijlen en muggen
Voor de 20ste keer doet Theo Hin mee met de 24 Uurs Zeilrace. Een makkie zou je denken, maar iedere race is anders en iedere race kent zijn eigen verrassingen. Welke dat zijn, dat ontdekken we onderweg.
Vorig jaar startte hij vol goede moed in Hoorn. Een half uur na de start lag zijn Hanse 400 Geisha al twee maal plat. Verraderlijke snel opkomende harde windvlagen grepen de boot en drukten de mast richting IJsselmeer. De drie onweersbuien om hem heen voegden zich samen tot een grote en om half elf ’s avonds lag de boot weer in de box: onverantwoord om met drie personen door te zeilen in een onvoorspelbare nacht.
Voor de winst
Dit jaar waren we met zijn zessen: Theo Hin, Paul Nieuwenhuis, Peter Dekker, André Hin, Klaas Smit en zijn dochter Mijke Smit. Voldoende bemanning om veilig een nacht en dag door te zeilen. Finishen was het doel en wel met zoveel mogelijk mijlen. Geisha ligt sinds 2019 in Enkhuizen en dat werd ook de starthaven. We waren niet de enige. Tientallen boten hadden zich verzameld tussen de havenhoofden van Enkhuizen en in het gekrioel van langzaam varende deelnemers kozen we onze startpositie. Om zeven uur dreven we over de lijn, zonder plan want wind was er nog niet.
De voorspelde oostelijke wind kwam langzaam opzetten. Binnen een half uur liepen we met vijf knopen richting het noorden. Bij de kaartentafel broedden Theo, Paul en Peter op de meest gunstige route. Als de wind zo zou blijven en misschien nog iets zou toenemen, dan was het Wad haalbaar. Rakken varen op het IJsselmeer deden we elk jaar al, dus de zee lonkte.
Raggen op het Wad
Om middernacht lagen we in de sluis van Kornwerderzand. Er liep nog wat stroom mee op de Boontjes richting Harlingen. Even was er twijfel: naar Harlingen of toch direct via Texel naar de uiterton? Volgens onze berekening hadden we tijd om de Boontjes op en neer te zeilen en samen met de meelopende stroom gaf dat de doorslag. Hoog aan de wind voeren we de Boontjes op. We moesten af en toe een klapje maken om in de geul te kunnen blijven, maar dat was ingecalculeerd. De Boontje buigen af richting noorden en de koers zou daarom steeds gunstiger zijn.
Precies op de kentering kwamen we aan bij Harlingen. Ideaal en zo zeilden we met stroom mee terug naar Kornwerderzand. De gennaker ging erop en de snelheid liep op naar 8 knopen. Midden in de nacht tikten we regelmatig 9 knopen snelheid aan richting de uiterton in het Schulpengat. Fantastisch, wat een zeilnacht!
Om 9 uur ’s ochtends zeilden we om de SG heen. Wat nu? Naar Den Oever of terug naar Kornwerderzand. De stroom liep weer mee naar Kornwerderzand en we zouden om ongeveer half twee ’s middags in de sluis kunnen liggen. Vanaf daar was het nog ruim 20 mijlen naar de finish en met een windje 3 Beaufort moest dat lukken. Op naar Kornwerderzand ook al realiseerden we ons dat het een overmoedig en te ambitieus plan zou kunnen gaan worden. De door of de gladiolen!
Bizar fenomeen
Onze inschatting klopte, om twee uur dreven we het IJsselmeer op met inmiddels 115 mijlen op de klok. Dreven, want de wind was in staking gegaan. Er stond slechts een halve knoop en die nam nog af ook. Daar dreven we dan tussen Makkum en Workum. Voortgang nul. Op enig moment zagen we rimpelingen in het water bij de Friese kust. Daar schoten de boten vooruit, maar bij ons was het windstil en vlak water. We zochten de wind op en bereikten de vlaagjes. Gelukkig, we zeilden weer en onze hoop om de finish dit jaar te halen nam toe. Helaas, na een kwartier hield de wind er weer mee op.
Muggen
IJsselmeervliegjes kregen we ervoor in de plaats. Duizenden. Een aantal van ons kroop in de kajuit, de enige plek waar je je kon verstoppen voor de irritante beestjes. Tegen vijf uur kwam de vraag die we al een tijdje verwachtten: wat doen we? Gaan we motoren en geven we op of hopen we nog op wind? De af te leggen afstand was nog 15 mijl en dat zouden we met dit gebrek aan wind nooit meer halen. De muggen gaven de doorslag: motor aan en zo snel mogelijk naar Medemblik. Weer niet gefinisht, Theo kreeg opnieuw DNF achter zijn naam.
Tien jaar geleden zou niet finishen voelen als een blamage. Nu vinden we een heerlijke zeiltocht belangrijker dan het halen van de eindstreep. En wat hebben we lekker gezeild! Geweldig! Volgend jaar doen we een poging deze twee te combineren: mooie zeiltocht en op tijd over de lijn varen.